parfumerie
Nederlands
![](../I/m/Breuninger_Stuttgart_Parf%C3%BCmerie.jpg)
parfumerie
Woordafbreking
- par·fu·me·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parfumerie | parfumeries |
verkleinwoord | parfumerietje | parfumerietjes |
Zelfstandig naamwoord
parfumerie v [1]
- een winkel waar men parfums verkoopt
- Jarenlang beheersten de grote ketens de markt van de beautyproducten, maar er is een kleine revolutie aan de gang. De nieuwe parfumerie is klein, exclusief en biedt advies op maat. En de klant, die mag met alle aandacht gaan lopen. [2]
- Een 32-jarige winkeldief uit Oldenzaal is eind vorige week in de kraag gevat bij een parfumerie in Wierden. [3]
- de reukwaren of parfums zelf
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord parfumerie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'parfumerie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard ZATERDAG 23 SEPTEMBER 2017
- Tubantia 26-08-2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.