parfum

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·fum
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aangename geur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1611 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord parfum parfums
verkleinwoord parfumpje
parfummetje
parfumpjes
parfummetjes

Zelfstandig naamwoord

parfum m/o

  1. mengsel van verschillende geurstoffen in een oplosmiddel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord parfum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.