panna
Nederlands
Woordafbreking
- pan·na
Woordherkomst en -opbouw
- ontleend aan het Surinaams
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | panna | panna's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
panna v/m
- (voetbal) de bal tussen de benen van de verdedigende tegenstander heen spelen
- Hierna kregen de Red Bull-racers de kans om elkaar te poorten. En de Nederlander doet het zelfs ultiem: hij geeft zijn Australische teamgenoot zelfs een panna achter zijn standbeen. Na de nodige ’oehs’ en ’aahs’ moet Ricciardo zijn meerdere erkennen in Verstappen. Na de ’vernedering’ klapt hij dan ook voor de panna. [1]
- Wijkagent Niels Euren in Almelo is de beroerdste niet. Toen freestylevoetballer Soufiane Touzani - die op YouTube ruim 720.000 volgers heeft - hem vroeg of hij hem een panna mocht geven, zei de agent van het politiekorps in Almelo volmondig ja. [2]
Verwijzingen
- De Telegraaf 8 november 2018 Video - Verstappen geeft Ricciardo ’panna’
- Tubantia R. Hemmink 23 april 2019 Agent in Almelo ‘slachtoffer’ van YouTube-sensatie
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.