pakka

Noors

Woordafbreking
  • pak·ka
Naar frequentie 12244

Werkwoord

pakka

  1. verleden tijd van pakke
  2. voltooid deelwoord van pakke
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

pakka, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van pakk
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

pakka, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pakke
Schrijfwijzen


Nynorsk

Woordafbreking
  • pak·ka

Werkwoord

pakka

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast pakke, zie aldaar

pakka

  1. verleden tijd van pakka
  2. voltooid deelwoord van pakka

pakka

  1. gebiedende wijs van pakka
Schrijfwijzen

Werkwoord

pakka

  1. verleden tijd van pakke
  2. voltooid deelwoord van pakke

pakka

  1. gebiedende wijs van pakke
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

pakka, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pakk

Zelfstandig naamwoord

pakka

  1. verouderde spelling of vorm van pakke van vóór 2012
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van pakk, o

Zelfstandig naamwoord

pakka, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pakke
Schrijfwijzen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.