overwerken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overwerken (hulp, bestand)
- IPA: /ˈovərwɛrkə(n)/
- Geluid: overwérken (hulp, bestand)
- IPA: /ovərˈwɛrkə(n)/
Woordafbreking
- over·wer·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over bw en werken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overwerken |
werkte over |
overgewerkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
overwerken [1]
- onovergankelijk meer of langer werken dan bepaald was
- overgankelijk zo bewerken dat het over iets uitsteekt
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overwerken |
overwerkte |
overwerkt |
zwak -t | volledig |
overwérken
- wederkerend zich ~: zich afmatten, te veel werken en daardoor de gezondheid benadelen
Afgeleide begrippen
- [1] overwerker, overwerkuur, overwerkvergunning
- [2] overwerking
Gangbaarheid
- Het woord overwerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overwerken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.