overweging
Nederlands
Woordafbreking
- over·we·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overweging | overwegingen |
verkleinwoord | overweginkje | overweginkjes |
Zelfstandig naamwoord
overweging v
- beoordeling van argumenten, ergens over nadenken om tot een beslissing te komen
- "Bij de kort daarop gevolgde oprigting der Leidsche hoogeschool schijnt men in overweging genomen te hebben, om aan hem een hoogleeraarsambt op te dragen, maar hiervan is niets gekomen." [1]
Vertalingen
1. beoordeling van argumenten
Gangbaarheid
- Het woord overweging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overweging' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Aa, A.J. van der; Karel Johan Reinier van Harderwijk en Gilles Dionysius Jacobus Schotel (1862). Biographisch woordenboek der Nederlanden, p. 238. Uitg.: J.J. van Brederode.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.