overvoeren
Nederlands
Woordafbreking
- over·voe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over en voeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overvoeren |
overvoerde |
overvoerd |
zwak -d | volledig |
Vertalingen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overvoeren |
voerde over |
overgevoerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overvaren |
overvoeren
- meervoud verleden tijd van overvaren
- Wij overvoeren.
- Jullie overvoeren.
- Zij overvoeren.
- Wij overvoeren.
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overvaren |
overvoeren
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overvaren
- ...dat wij overvoeren.
- ...dat jullie overvoeren.
- ...dat zij overvoeren.
- ...dat wij overvoeren.
Gangbaarheid
- Het woord overvoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overvoeren' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.