overmacht
Nederlands
Woordafbreking
- over·macht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over en macht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overmacht | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
overmacht m
- iets waar je niet de mogelijkheid hebt om iets anders te doen of te laten
- Hij kon echt niet meer remmen, het was overmacht dat het ongeluk toch gebeurde.
- een kracht die heel veel groter is dan die van de concurrenten of vijanden
- Hij won met overmacht de 100 meter sprint.
- Zijn trouwe Roodhoofden hadden geen enkele kans gemaakt tegen de overmacht. [1]
Gangbaarheid
- Het woord overmacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overmacht' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.