overlezen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·le·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overlezen
las over
overgelezen
klasse 5 volledig 1
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overlezen
overlas
overlezen
klasse 5 volledig 2

Werkwoord

overlezen [1]

  1. overgankelijk nog eens, opnieuw lezen
  2. overgankelijk tijdens het lezen niet opmerken, over het hoofd zien
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • overlezing
Vertalingen
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van overlezen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)

Werkwoord

vervoeging van
overlezen

overlezen

  1. voltooid deelwoord van overlezen

Gangbaarheid

  • Het woord overlezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.