overlezen
Nederlands
Woordafbreking
- over·le·zen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over en lezen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overlezen |
las over |
overgelezen |
klasse 5 | volledig | 1 |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overlezen |
overlas |
overlezen |
klasse 5 | volledig | 2 |
Werkwoord
overlezen [1]
- overgankelijk nog eens, opnieuw lezen
- overgankelijk tijdens het lezen niet opmerken, over het hoofd zien
Verwante begrippen
- [1] herlezen
Afgeleide begrippen
- overlezing
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van overlezen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
Gangbaarheid
- Het woord overlezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overlezen' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.