overlevende
Nederlands
Woordafbreking
- over·le·ven·de
Woordherkomst en -opbouw
- overlevend met de uitgang -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overlevende | overlevenden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
overlevende v/m
- iemand die een levensbedreigende situatie overleefd heeft
- Reddingswerkers zoeken nog steeds naar overlevenden van de aardbeving.
Vertalingen
1. iemand die een levensbedreigende situatie overleefd heeft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overleven |
overlevende
- verbogen vorm van het onvoltooid deelwoord van overleven
Gangbaarheid
- Het woord overlevende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overlevende' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.