overheen
Nederlands
Woordafbreking
- over·heen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over en heen
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | overheen | |
persoonlijk | eroverheen | |
aanwijz. | nabij | hieroverheen |
veraf | daaroverheen | |
vragend/betrekk. | waaroverheen |
Bijwoord
overheen
- prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord drukt een bedekking of overspanning uit
- Er ligt een brug overheen.
- Je doet hier dan nog een laag overheen.
- prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord drukt een overwinning van mentale problemen uit
- Hij was er nog lang niet overheen.
Voorzetsel
overheen
Zowel scheidbaar als niet gescheiden
- drukt het passeren van een grenslijn uit
- Een kleinere groep (ca. 20% van hen die overheen de gemeentegrens verhuizen) migreert van of naar het buitenland.[1]
- Hij reed over de brug heen.
Gangbaarheid
- Het woord overheen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overheen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.