ouweheer
Nederlands
Woordafbreking
- ou·we·heer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ouwe en heer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ouweheer | ouweheren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ouweheer m
- bijnaam voor vader
- Huyck stelt bovendien dat vooral een bepaald soort man risico loopt. Die met een dominante moeder en een tamme vader. Ergens halverwege de veertig bekruipt hem de angst om als z’n ouweheer te eindigen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord ouweheer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ouweheer' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Wouter Smilde 14 november 2012
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.