ostracisme
Nederlands
Woordafbreking
- os·tra·cis·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schervengericht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1792 [1]
- afgeleid van het Griekse ostrakon (potscherf) met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ostracisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
ostracisme o [3]
- (politiek) in het oude Athene methode om staatsgevaarlijke personen te verbannen via het schrijven van diens naam op een scherf
- hiervan afgeleid: het mijden of sociaal uitsluiten door een groep
Gangbaarheid
- Het woord ostracisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ostracisme' herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.