organel
Nederlands
Woordafbreking
- or·ga·nel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | organel | organellen |
verkleinwoord | organelletje | organelletjes |
Zelfstandig naamwoord
organel o
- (biologie) deel van een cel met een bepaalde functie, zoals lysosoom, mitochondrium, nucleus.
Gangbaarheid
- Het woord organel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'organel' herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.