ordinaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·di·naat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘meetkundige lijn voor het bepalen van een punt in de ruimte’ voor het eerst aangetroffen in 1740 [1]
  • Naamwoord van handeling van ordineren met het achtervoegsel -aat
  • afgeleid van het Latijnse ordinatum met het achtervoegsel -aat [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ordinaat ordinaten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ordinaat v / m

  1. (wiskunde) de verticale as van de beide coördinaten van een punt in een plat vlak, de y-as
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ordinaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.