opzegging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·zeg·ging
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van opzeggen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord opzegging opzeggingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

opzegging v

  1. het beëindigen van iets wat afgesproken was
Synoniemen
  1. annulering, verbreking, afzegging, bedankje

Gangbaarheid

  • Het woord opzegging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.