opvriezen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·vrie·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opvriezen
vroor op
opgevroren
klasse 2

onregelmatig

volledig

}

Werkwoord

opvriezen [1]

  1. onovergankelijk opnieuw bevriezen van een vochtige ondergrond
  2. onovergankelijk omhoog komen door bevriezing van de ondergrond
Afgeleide begrippen
  • opvriezing

Gangbaarheid

  • Het woord opvriezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.