opvouwen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·vou·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opvouwen
vouwde op
opgevouwen
zwak -d

gemengd

volledig

Werkwoord

opvouwen

  1. door vouwen oppervlak en omvang zo verminderen dat opbergen makkelijker is
    • Netjes opgevouwen linnengoed kan in de kast worden opgeborgen 

Gangbaarheid

  • Het woord opvouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.