opplooien
Nederlands
Woordafbreking
- op·plooi·en
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op bw en plooien ww
Werkwoord
opplooien [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opplooien |
plooide op |
opgeplooid |
zwak -d | volledig |
- iets door het te vouwen kleiner maken zodat het makkelijk is op te bergen
- Een papieren vaas die je kan opplooien en weggooien wanneer de bloemen uitgebloeid zijn, leek Renaat Put de ideale oplossing. ' [2]
- 'Kijk', lacht bewoonster Saskia, 'ziedaar één van de voordelen van cohousing: ze zijn mijn was aan het opplooien'. In een hoekje van de tuin staat een groepje mannen was van de draad te halen. 'F*ck cohousing!', lacht medebewoner Serge. De sfeer zit er hier duidelijk al goed in. [3]
- Hij was gedurende een hele periode de vaste rigger van Els Clottemans. Hij kon niet met zekerheid zeggen of Clottemans ooit aanwezig was geweest bij het opplooien van haar reservevalscherm. [4]
Verwante begrippen
- Het woord opplooien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opplooien' herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Standaard 05 JUNI 2008 Kizzy Van Horne Cafébaas uit Genk brengt papieren vaas op de markt
- De Standaard 29 JUNI 2010 OM 00:00 UUR | Eline Maeyens 'Kijk, ze zijn mijn was aan het opplooien'
- De Standaard 28/09/2010 door ivb 'Els van Doren was sympathieke, levenslustige vrouw'
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.