oplijsten
Nederlands
Woordafbreking
- op·lijs·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
oplijsten |
lijstte op |
opgelijst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
oplijsten
- overgankelijk volledig als een reeks vastleggen, schriftelijk opsommen
- Elk manuscript betekende een investering en het veilig bewaren van deze codices was een prioriteit. Ook het oplijsten van de boeken in een bibliotheekcatalogus droeg bij tot een veilig beheer. [1]
Gangbaarheid
- Het woord oplijsten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oplijsten' herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Vandamme, L. "Cisterciënzers en het boek" in: Vlaanderen. 331 jrg. 59 nr. 3 (juni 2010) Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Tielt; p. 489; geraadpleegd 2018-06-11
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.