ophokken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·hok·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ophokken
hokte op
opgehokt
zwak -t volledig

Werkwoord

ophokken

  1. overgankelijk het binnen, in het hok houden van vee
    • de leraren zijn boos over de herinvoering van de 1040-urennorm, waarbij leerlingen zinloos worden opgehokt 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord ophokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.