opgeleid
Nederlands
Woordafbreking
- op·ge·leid
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van opleiden: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van op bw en geleid ww
Deelwoord
| bevestigend deelwoord | ontkennend deelwoord | |
|---|---|---|
| onverbogen | opgeleid | onopgeleid |
| verbogen | opgeleide | onopgeleide |
| vervoeging van | ||
| opleiden | ||
opgeleid voltooid deelwoord van opleiden
- vormt de lijdende vorm
- Hij wordt intern opgeleid.
- vormt de voltooide tijden
- Ik heb haar zelf opgeleid.
- attributief gebruikt
- Het bedrijf is op zoek naar vakkundig en goed opgeleid personeel.
Gangbaarheid
- Het woord opgeleid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opgeleid' herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.