opeising

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·ei·sing
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling opeisen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord opeising opeisingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

opeising v [1]

  1. mededeling waarin iemand zegt verantwoordelijk voor iets te zijn waar men trots op is
    • Persbureau Amaq, dat vaker door IS wordt gebruikt voor het opeisen van aanslagen, meldde eerder dat de aanval is uitgevoerd omdat België deel uitmaakt van een internationale coalitie tegen IS. Hoewel sommigen vraagtekens plaatsen bij de juistheid van de gecommuniceerde informatie - het zou geen onafhankelijk persbureau zijn - stelt de Belgische jihad-expert Pieter van Ostaeyen dat de opeising via Amaq betrouwbaar is. [2] 
  1. (juridisch) vordering waarin iemand iets terug wil nemen waar hij denkt recht op te hebben
    • Bijna, bijna was de 77-jarige mevrouw Eekhout uit Almelo haar huis aan de Wetstraat kwijt. Op 7 augustus kreeg ze van de Rijnlandse en Nederlandse Hypotheekbank (RNHB) een 'laatste verzoek tot betaling voor opeising'. [3] 
Synoniemen
  • [2] inbeslagneming, terugvordering, vordering, terugvordering
Afgeleide begrippen
  • [1] opeisingsvideo
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opeising staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.