opbloeien

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·bloei·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opbloeien
bloeide op
opgebloeid
zwak -d volledig

Werkwoord

opbloeien

  1. ergatief tot bloei komen, wel gaan varen
    • De handel met Rusland was na de val van de muur opgebloeid. 

Gangbaarheid

  • Het woord opbloeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.