opbergzak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opbergzak    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔbɛrəxˌsɑk/
Woordafbreking
  • op·berg·zak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opbergzak opbergzakken
verkleinwoord opbergzakje opbergzakjes

Zelfstandig naamwoord

opbergzak o

  1. van onder afgesloten vormloze huls uit textiel of ander flexibel materiaal bestemd om dingen in te bewaren
    • Hoogtepunt van illusionistische werkelijkheidsweergave was de zogenaamde ‘trompe l'oeil’, het ‘bedriegertje’. Samuel van Hoogstraten, die tegen het eind van zijn leven op theoretisch niveau het stilleven zo laag inschaalde, was er een grootmeester in, getuige bijvoorbeeld een schilderij uit 1654 van een kastdeur waar spullen aan hingen, een handdoek, een opbergzak, een borstel. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'opbergzak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.