opberghok
Nederlands
Woordafbreking
- op·berg·hok
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van opberg ww en hok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opberghok | opberghokken |
verkleinwoord | opberghokje | opberghokjes |
Zelfstandig naamwoord
opberghok o
- een onaantrekkelijke kale ruimte waarin je dingen kunt opbergen
- Na vijf jaar stof vangen in het opberghok besluit ik hem weer in de woonkamer te zetten. [1]
Gangbaarheid
- Het woord opberghok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opberghok' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Tonie Mudde 25 april 2006
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.