onverantwoordelijk
Nederlands
Woordafbreking
- on·ver·ant·woor·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van verantwoordelijk met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onverantwoordelijk | onverantwoordelijker | onverantwoordelijkst |
verbogen | onverantwoordelijke | onverantwoordelijkere | onverantwoordelijkste |
partitief | onverantwoordelijks | onverantwoordelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onverantwoordelijk [1]
- zich onvoldoende rekenschap gevend van de gevolgen van zijn daden
Afgeleide begrippen
- onverantwoordelijkheid
Gangbaarheid
- Het woord onverantwoordelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.