ontzielen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·zie·len
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van ziel met het voorvoegsel ont- en met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontzielen
ontzielde
ontzield
zwak -d volledig

Werkwoord

ontzielen [1]

  1. van zijn ziel beroven
Afgeleide begrippen
  • ontzieling

Gangbaarheid

  • Het woord ontzielen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.