ontzet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ontĀ·zet
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van ontzetten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ontzet -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ontzet o

  1. het doorbreken van een belegering
    • We werden gevraagd om het Leids ontzet te vieren. 
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ontzetontzetterontzetst
verbogen ontzetteontzettereontzetste
partitief ontzetsontzetters-

Bijvoeglijk naamwoord

ontzet

  1. heel erg van streek zijn na te zijn geschrokken
    • De ontzette dochter kwam bij haar moeder uithuilen. 
  1. uit het verband gerukt zijn
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
ontzetten

ontzet

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzetten
  2. gebiedende wijs van ontzetten
  3. voltooid deelwoord van ontzetten

Gangbaarheid

  • Het woord ontzet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.