ontvluchten
Nederlands
Woordafbreking
- ont·vluch·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontvluchten |
ontvluchtte |
ontvlucht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
ontvluchten
- ergatief door te vluchten aan iets ontkomen
- Hij was de grote drukte net op tijd ontvlucht.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ontvluchten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontvluchten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.