onttuigen
Nederlands
Woordafbreking
- ont·tui·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
onttuigen |
onttuigde |
onttuigd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
onttuigen
- overgankelijk een paard ontdoen van zijn tuig
- Na samen het paard onttuigd en op stal gezet te hebben, stapten Jan en Dina naar binnen.
- overgankelijk een schip ontdoen van zijn tuigage
- Ons schip was al onttuigd en dus konden we voorlopig niet gaan varen.
Gangbaarheid
- Het woord 'onttuigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onttuigen' herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.