ontsporen
Nederlands
Woordafbreking
- ont·spo·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontsporen |
ontspoorde |
ontspoord |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ontsporen [1]
- ergatief uit het aangelegde spoor geraken
- Op de Maasvlakte bij Rotterdam is een goederentrein ontspoord.
- onovergankelijk (figuurlijk) mislukken, zich vergalopperen
Gangbaarheid
- Het woord ontsporen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontsporen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.