ontogenese
Nederlands
Woordafbreking
- on·to·ge·ne·se
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘ontwikkeling van een levend wezen’ voor het eerst aangetroffen in 1918 [1]
- afgeleid van genese met het voorvoegsel onto- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontogenese | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
ontogenese v
- (biologie) ontwikkelingsgeschiedenis van een levend wezen vanaf de eicel tot de volwassen toestand
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord ontogenese staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontogenese' herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.