genese

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ne·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ontstaan, wording’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord genese genesen
geneses
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

genese v

  1. ontstaan, wording
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord genese staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
44 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.