onthaal
Nederlands
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onthalen |
onthaal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthalen
- Ik onthaal.
- gebiedende wijs van onthalen
- Onthaal!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthalen
- Onthaal je?
Gangbaarheid
- Het woord onthaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onthaal' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.