telbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tel·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van tellen met het achtervoegsel -baar
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen telbaartelbaardertelbaarst
verbogen telbaretelbaarderetelbaarste
partitief telbaarstelbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

telbaar

  1. als je iets kunt (af)tellen
    • Op het toetsenbord zit een telbaar aantal toetsen. 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord telbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.