onschendbaarheid
Nederlands
Woordafbreking
- on·schend·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van onschendbaar met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onschendbaarheid | onschendbaarheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
onschendbaarheid v [1]
- het onschendbaar zijn
- Het Turks parlement heeft vrijdag ingestemd met een grondwetswijzing die het mogelijk maakt de onschendbaarheid van parlementsleden in Turkije af te schaffen [2]
Gangbaarheid
- Het woord onschendbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.