onpaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·paar
Woordherkomst en -opbouw
  • antoniem van paar met het voorvoegsel on-
stellend
onverbogen onpaar
verbogen onpare
partitief onpaars

Bijvoeglijk naamwoord

onpaar

  1. niet even, oneven, geen paar vormende
    • In een scheepscontainer zitten alleen onpare schoenen om diefstal te ontmoedigen. 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord onpaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
25 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.