ongelovig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ge·lo·vig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ongelovigongelovigerongelovigst
verbogen ongelovigeongelovigereongelovigste
partitief ongelovigsongelovigers-

Bijvoeglijk naamwoord

ongelovig

  1. niet geloven, in de godsdienstige zin het niet geloven in een opperwezen.
    • Een atheïst is ongelovig. 
  1. in de meer algemene zin verbaasd, kritisch, wantrouwend
    • Hij keek met ongelovige ogen naar de goochelaar. 
Verwante begrippen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • ongelovigheid
Uitdrukkingen en gezegden
  • Een ongelovige Thomas zijn
nooit iets geloven
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ongelovig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.