ongelooflijk
Nederlands
Woordafbreking
- on·ge·loof·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongelooflijk | ongelooflijker | ongelooflijkst |
verbogen | ongelooflijke | ongelooflijkere | ongelooflijkste |
partitief | ongelooflijks | ongelooflijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ongelooflijk
- onmogelijk om geloof aan te schenken
- Ik ben die ongelooflijke verhalen meer dan zat.
- bijzonder, uitzonderlijk
- Ik heb een ongelooflijke honger.
Vertalingen
1. onmogelijk om geloof aan te schenken
2. bijzonder, uitzonderlijk
Gangbaarheid
- Het woord ongelooflijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ongelooflijk' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.