onevenwichtig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·even·wich·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van met het voorvoegsel on-, evenwicht en met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onevenwichtigonevenwichtigeronevenwichtigst
verbogen onevenwichtigeonevenwichtigereonevenwichtigste
partitief onevenwichtigsonevenwichtigers-

Bijvoeglijk naamwoord

onevenwichtig

  1. van een persoon dat hij snel wisselt van stemming
    • De onevenwichtige man wist niet wat hij wilde. 
  1. van een zaak dat er onrust is
    • Het kabinet zou verder moeten hervormen, vanwege de internationale onrust en onevenwichtigheden binnen de Nederlandse samenleving. Dat schrijft de Raad van State, de belangrijkste adviseur van het kabinet, in het advies over de Miljoenennota. Vooral op het gebied van de arbeidsmarkt, klimaat en de gezondheidszorg zijn “structurele hervormingen van de economie nodig en ook urgent”, schrijft de Raad van State.[1] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord onevenwichtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. NRC Annemarie Kas 20 september 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.