ondertitel
Nederlands
Woordafbreking
- on·der·ti·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onder vz en titel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ondertitel | ondertitels |
verkleinwoord | ondertiteltje | ondertiteltjes |
Zelfstandig naamwoord
ondertitel m
- een titel ergens onder
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ondertitelen |
ondertitel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondertitelen
- Ik ondertitel.
- gebiedende wijs van ondertitelen
- Ondertitel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondertitelen
- Ondertitel je?
Gangbaarheid
- Het woord ondertitel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ondertitel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.