onderhuur
Nederlands
Woordafbreking
- on·der·huur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onder en huur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderhuur | onderhuren |
verkleinwoord | - | - |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onderhuren |
onderhuur
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderhuren
- ... dat ik onderhuur.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onderhuren |
onderhuur
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderhuren
- Ik onderhuur.
- gebiedende wijs van onderhuren
- Onderhuur!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderhuren
- Onderhuur je?
Gangbaarheid
- Het woord onderhuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onderhuur' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.