onderhuur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·huur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderhuur onderhuren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

onderhuur v / m [1]

  1. het huren van de huurder

Werkwoord

vervoeging van
onderhuren

onderhuur

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderhuren
    • ... dat ik onderhuur. 

Werkwoord

vervoeging van
onderhuren

onderhuur

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderhuren
    • Ik onderhuur. 
  2. gebiedende wijs van onderhuren
    • Onderhuur! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderhuren
    • Onderhuur je? 

Gangbaarheid

  • Het woord onderhuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.