onderbouwen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·bou·wen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘schragen’ voor het eerst aangetroffen in 1591 [1]
  • samenstelling van  onder bw  en  bouwen ww 
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onderbouwen
onderbouwde
onderbouwd
zwak -d volledig

Werkwoord

onderbouwen

  1. overgankelijk argumenten aandragen die het beweerde ondersteunen en aannemelijk maken
    • Hij kon het beweerde niet goed onderbouwen en het werd daarmee van de tafel geveegd. 

Zelfstandig naamwoord

onderbouwen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord onderbouw

Gangbaarheid

  • Het woord onderbouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.