onbeschut

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·schut
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onbeschutonbeschutteronbeschutst
verbogen onbeschutteonbeschuttereonbeschutste
partitief onbeschutsonbeschutters-

Bijvoeglijk naamwoord

onbeschut [1]

  1. zonder bescherming tegen een aanval, het normale maar harde leven of tegen de invloeden van het weer
    • De slotetappe was fors ingekort tot 50 kilometer vanwege de hevige windvlagen, met name op de onbeschutte wegen buiten Valencia.[2] 
    • Het plaatsen van werkkrachten uit de sociale werkvoorziening (WSW) bij een commercieel bedrijf lijkt een succes in Rotterdam. Opnieuw gaat een grote groep, 118 wswérs, voor de commerciële onderneming Ferro-Fix werken. Inmiddels werkt in Rotterdam 62 procent van deze mensen op detacheringsbasis in een onbeschutte werkomgeving, ofwel bij een commercieel bedrijf.[3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onbeschut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 05 feb. 2017
  3. de Telegraaf 08 nov. 2012
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.