offshore
Nederlands
Woordafbreking
- off·shɔre
Bijvoeglijk naamwoord
offshore
- niet op het vaste land
- Hij deed offshore werk op een olieplatform.
- (bedrijfskunde) uitbesteed naar een veraf gelegen land met veel lagere lonen of belastingen
- Dit systeem is offshore ontworpen en ontwikkeld.
Antoniemen
- onshore
Opmerkingen
- Samenstellingen met 'offshore' kunnen zonder betekenisverschil naast het gebruik als bijvoeglijk naamwoord voorkomen: 'offshore oliewinning' en offshoreoliewinning zijn beiden correct. Als dat voor de duidelijkheid nodig is, laat spellingregel 6.C toe dat de samenstelling met een koppelteken wordt geschreven: 'offshore-oliewinning'.[1]
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
2. uitbesteed naar een veraf gelegen land met veel lagere lonen of belastingen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | offshore | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
offshore m
- (economie) delfstoffenwinning op zee (vooral olie en gas)
- In de offshore zijn de werkomstandigheden vaak zwaar, maar daar staat een goede beloning tegenover.
Gangbaarheid
- Het woord offshore staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'offshore' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Online winkel / online-winkel / onlinewinkel op website Nederlandse Taalunie: taaladvies.net; geraadpleegd 2017-08-04
Engels
Bijvoeglijk naamwoord
offshore
- (beweging) van de kust af
- (ligging) in zee
- (figuurlijk) in een land met lagere lonen of belastingen
Overerving en ontlening
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.