ochtendstond
Nederlands
Woordafbreking
- och·tend·stond
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ochtend zn en stond zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ochtendstond | ochtendstonden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
ochtendstond m
- begin van de morgen
- (verouderd) uur waarop de dag aanbreekt
- (figuurlijk) eerste begin
Spreekwoorden
- De ochtendstond heeft goud in de mond.
Al vroeg in de morgen beginnen met werken levert meer op.
Gangbaarheid
- Het woord ochtendstond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ochtendstond' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.