ochtendstond

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • och·tend·stond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ochtendstond ochtendstonden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ochtendstond m

  1. begin van de morgen
  2. (verouderd) uur waarop de dag aanbreekt
  3. (figuurlijk) eerste begin
Spreekwoorden
  • De ochtendstond heeft goud in de mond.
Al vroeg in de morgen beginnen met werken levert meer op.

Gangbaarheid

  • Het woord ochtendstond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.