occupatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oc·cu·pa·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bezigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1468 [1]
  • Naamwoord van handeling van occuperen met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord occupatie occupaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

occupatie v [3]

  1. bezigheid
  2. bezetting, inbezitneming

Gangbaarheid

  • Het woord occupatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.