occupatie
Nederlands
Woordafbreking
- oc·cu·pa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bezigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1468 [1]
- Naamwoord van handeling van occuperen met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | occupatie | occupaties |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord occupatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'occupatie' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.