objectiveren
Nederlands
Woordafbreking
- ob·jec·ti·ve·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
objectiveren |
objectiveerde |
geobjectiveerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
objectiveren
- overgankelijk ontdoen van subjectieve overwegingen
- Liefde valt niet te objectiveren.
Gangbaarheid
- Het woord objectiveren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'objectiveren' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.