nummeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • num·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nummeren
nummerde
genummerd
zwak -d volledig

Werkwoord

nummeren

  1. overgankelijk een uniek getal aan iets hechten, gewoonlijk in oplopende rangorde
    • Je moet de tabellen nog nummeren. 
Hyponiemen
  • afnummeren, doornummeren, omnummeren, overnummeren, vernummeren
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nummeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.